|
HOOFD: hoofdpijn, migraine, druk
op het hoofd, gevolgen van hersenschudding en schedelfrakturen,
duizeligheid, evenwichtsstoornissen, epilepsie als gevolg van
een ongeval. Arteriosclerose in de hersenen en de toestand na
een beroerte (herstel van psychische en lichamelijke flexibiliteit).
Vele vormen van storingen in de bloedsomloop, haaruitval, trigeminusneuralgie,
facialisverlamming, slapeloosheid.
OGEN: Glaucoom (groene staar) en alle oogaandoeningen met een
ontstekingskarakter zoals neuritis, iridocyclitis, keratitis,
scleritis.
OREN: Acute- en chronische middenoorontsteking, evenwichtsstoornissen
waarvan de oorzaak in het oor is gelegen (Mènière),
oorsuizen of andere bijgeluiden.
NEUS: hooikoorts, ozaena, chronische loopneus, verlies van reukvermogen,
bijholte-ontstekingen.
HALS: schildkliervergroting (krop) met of zonder schildklierhyperfunctie
(Basedow) of schildklierhypofunctie, chronische amandelontsteking,
voortdurend globusgevoelen, Whiplash - syndroom.
BORST: Bronchiale- en cardiale asthma, angina pectoris, steken
rond het hart, beklemming in de hartstreek, toestand na hartinfarct,
hartneurose, hartspierontsteking, silicose (stoflong), emfyseem,
bepaalde vormen van long-tbc.
BUIK: lever- en galaandoeningen, toestand na geelzucht, ulcussen
van maag en twaalfvingerige darm, aandoeningen van de alvleesklier,
maagneurose, chronische obstipatie, chronische diarhoe.
ONDERBUIK: Bij de vrouw: ontsteking van baarmoeder, eileiders
of eierstok, menstruatiepijn, witte vloed, ziekten als gevolg
van miskraam of moeilijke bevalling, kinderloosheid, seksuele
stoornissen, zwangerschapsbraken, (gevolgen van) habituele abortus.
Bij de man: prostaatvergroting of - ontsteking, impotentie, nieraandoeningen,
blaasaandoeningen, ook bedwateren.
GEWRICHTEN, WERVELKOLOM, SPIEREN: Arthrosis deformans, cervicaalsyndroom,
spondylose, osteochondrose, aandoeningen van de wervelschijven,
ziekte van Bechterew, lage rugpijn, heupaandoeningen bij oudere
mensen (coxarthrosis), spit (ischias), knieklachten, gewrichts-
en spierrheuma, artritis, staartbeenpijnen.
Ziekten van het beenvlies, pijn in een amputatiestomp, organische
doorbloedingsstoornissen van armen en benen, ziekte van Sudeck,
vaatkrampen, stuwing van lymfeafvoer, sporttrauma's.
HUID: Chronische aandoeningen zoals eczeem, littekenpijnen, aambeien,
keloïdvorming, jeuk aan anus en vagina, trombose, steenpuist,
pijn na gordelroos, wratten, slecht genezende wonden.
ZENUWEN: Allerlei neuralgieën, zenuwontstekingen, ischias,
stemmingveranderingen na ziekten en operaties, orgaanziekten
van nerveuze aard, gevoelsstoornissen, functionele aandoeningen,
allerlei soorten pijn.
ZIEKTEN DIE HET HELE LICHAAM BETREFFEN: Allergieën, vegetatieve
dystonie, ziekelijk vroegtijdig verouderen, ouderdom- en slijtageziektes,
dalend prestatievermogen, postoperatieve ziekten, stoornissen
in de klieren met inwendige secretie, weergevoeligheid en Föhnziekte.
Deze lijst vermeldt aandoeningen, van ziekteprocessen en ziektesymptomen
die voor Neuraaltherapie in aanmerking komen. Zo staan ze óók
vermeld in het leerboek van P. Dosch. Hij zelf zegt, dat de lijst
zeer onvolledig is, doch dat verdere uitbreiding óók
weinig zinvol is. Het fundamentele principe van natuurgeneeskundige
regulatie moet vooral centraal blijven staan!! Alleen al het
feit, dat de oorzaak veelal niet ter plekke van de symptomen
te vinden is, doch de - locaal, op een geheel andere plaats,
in het organisme opgespoord moet worden, is veelzeggend. Ook
wij neuraaltherapeutische artsen in Nederland, die al vele jaren
binnen een eigen Artsen-vereniging voor Neuraaltherapie (de N.V.N.R.)
artsen en tandartsen opleiden tot kundige vakmensen in de Neuraaltherapie,
kunnen de bovenstaande lijst nog veel verder aanvullen.
Als stoorvelden kunnen in aanmerking komen: dode en ontstoken
tanden, ziekten van het tandbeen, de amandelen, littekens, ook
wanneer daar uiteindelijk niets aan te zien is, maar bijvoorbeeld
ook die van lever, prostaat, eierstokken, baarmoeder, enz. Heden
beschikt men ook over verschillende technieken om dergelijke
stoorvelden op te sporen, zoals thermografie, elektro-huidtest
en decoder-dermogram of vega-test. Ook met de polstechniek van
Nogier kunnen stoorvelden worden opgespoord. Uiteraard kunnen
ook radiografische opnamen van het gebit informatie geven over
de mogelijke aanwezigheid van stoorvelden in het kaak/mond-gebied.
Zelf zeg ik op dit moment, na meer dan 35 jaar ervaring met neuraaltherapie,
dat klassieke geneeskundige aanpak, die een meer diepgaande anamnese
en -fysisch diagnostisch onderzoek bij de patiënt voorop
stelt, de belangrijkste voorwaarde is voor succesvolle behandeling
in de neuraaltherapie.
Dikwijls is één injectie niet voldoende om een
stoorveld uit te schakelen. In vele gevallen, vooral bij jeukende
en pijnlijke aandoeningen, moet men naast de directe stoorveldbehandeling
ook segmenttherapie-injecties, kwaddels en i.v.-injecties aanwenden.
Zelf behandel ik in mijn eigen praktijk reeds vele jaren bij
ernstige- en hardnekkige neuraaltherapeutische ziektebeelden
direct vanaf de aanvang d.m.v. de zgn. "Energetische"
neuraaltherapie, waarbij meerdere belangrijke plaatsen tegelijk
behandeld worden, zonder dat deze bepaalde plaatsen eigenlijk
duidelijk stoorveld-verdacht zijn. Het secondefenomeen, nog steeds
een unieke ervaring voor elke neuraaltherapeut, komt in zijn
volle ontplooiing in de huidige tijd, 60 jaar na de ontdekking,
iets minder voor, wordt door enkele neuraaltherapeutische artsen
vastgesteld. Dit lijkt te wijten aan enerzijds het steeds meer
voorkomen van uitgebreide blokkades ten gevolge van geneesmiddelengebruik,
vooral antibiotica, corticosteroïden en psychopharmaca,
en anderzijds aan het eveneens steeds meer voorkomen van verschillende,
cumulatief werkende stoorvelden en stoorfactoren. Zelf zie ik
evenwel na 35 jaar neuraaltherapie nog steeds vele klassieke
secondefenomenen en dat heeft vooral te maken, denk ik, met het
feit, dat ik direct vanaf de aanvang al begin met bovengenoemde
uitgebreidere toepassing (de energetische neuraaltherapie). De
praktijk van de neuraaltherapie is mbv. de nieuwe wetenschappelijke
inzichten in de werkingsmechanismen nog veel effectiever geworden
dan voorheen.
Het komt soms onwaarschijnlijk
over, en sommige artsen vinden het verdacht, dat met één
middel zo-veel verschillende ziekten kunnen worden behandeld.
Daarbij vergeet men dat het hier eigenlijk helemaal niet om een
geneesmiddel als dusdanig gaat, maar om het effect van een heel
bijzonder regulerend middel op de biophysiek van herstelmechanismen.
Daarom is de plaats van de injectie ook zo belangrijk. De neuraaltherapeut
tracht het vermogen tot herstel daar op te wekken, waar de ziekte
ontstaat en van waaruit ze onderhouden wordt, in het Basis-Bio-Regulatie-systeem
en het vegetatieve zenuwstelsel. Hij lokt een biologische kettingreaktie
uit, die reflexmatig via het zenuwstelsel verloopt. Dit fenomeen
is herhaalbaar en kan bij de meest verschillende ziektetoestanden
in het bereik van nagenoeg alle organen te voorschijn worden
geroepen. Met name deze verbinding tussen locale haarden cq.
stoorvelden en niet locale ziekteverschijnselen en ziekteprocessen
is karakteristiek voor de neuraaltherapie. En ze is óók
karakteristiek voor de nieuwe wetenschapsvisie op leven en natuur. |