De 'Neuraaltherapie', verkeerdelijk
ook wel eens de westerse acupunctuur genaamd, dankt haar ontstaan
aan de Rijnlandse artsen Ferdinand en Walter Huneke en in concreto
aan een 'kunstfout', die elke arts wel eens begaat en die hier
achteraf een 'felix culpa' bleek te zijn. Het is niet de eerste
en niet de laatste ontdekking die op een vergissing berust. Tenslotte
werd ook het kladpapier per vergissing ontdekt en botste "Columbus
onverwacht op Amerika toen hij Indië zocht. Het gebeurde
in 1925 te Düsseldorf". Beide broers-dokter hadden
op hun zus Käthe, een ernstige migraine-lijdster, therapeutisch
alles uitgeprobeerd wat ooit tegen deze kwaal was aanbevolen.
Toen hun zus weer eens een zware aanval had, probeerde Dr. Ferdinand
Huneke het dan maar weereens met Atophanyl, destijds een rheumamiddel,
dat hem in dit verband door een collega was aanbevolen. Hij spoot
het middel in de ader in, en toen hij daar nog mee bezig was,
gebeurde het wonder: op slag verdwenen alle symptomen van de
migraine: de borende hoofdpijn, de zwarte sneeuw voor de ogen,
de misselijkheid, braakneiging en de depressieve stemming. Het
van pijn vertrokken gelaat
van Käthe Huneke klaarde op. De zoeven nog wanhopige patiënte
veranderde plotseling in een dankbaar lachende, gezonde vrouw.
Dat was geen gewone pijnstilling meer, maar een ingrijpende genezing,
die de hele mens, fysisch en psychisch had veranderd! Het stond
voor Ferdinand Huneke, na alle andere injecties, tabletten en
zetpillen die hij zijn zus al gegeven had, onomstotelijk vast,
dat deze genezing niet op suggestie kon berusten. Deze gedachte
en zijn geniale onmiddellijke conclusie, dat hij hier met een
volkomen nieuw ander phenomeen van genezing, van ziekte te maken
had zou hem zijn leven lang niet meer loslaten! Samen met zijn
broer Walter begon hij het middel nu op andere patiënten
uit te testen. Toen pas bleek dat hij eigenlijk een kapitale
vergissing had begaan! Er bestonden namelijk twee versies van
het betrokken middel atophanyl: een voor injectie in de ader
en een andere voor intramusculaire inspuiting, dat tevens het
lokaal anaestheticum procaine bevatte. Een lokaal anaestheticum
is een plaatselijk verdovend geneesmiddel zoals procaine. Tegenwoordig
kennen we ook lidocaine en verwante middelen die weliswaar beter
zijn voor plaatselijke verdoving, die voor Neuraaltherapie echter
niet de eerste keus zijn. Naar de toen gangbare medische opvatting
was het onverantwoord procaine intraveneus toe te dienen, daar
men ervan uitging dat dit mogelijk hersenverlamming tot gevolg
kon hebben. Toen Dr. Huneke van zijn schrik was bekomen, bleek
evenwel dat het juist dit procaine was, dat de wonderbare genezing
had bewerkstelligd en dat intraveneus toedienen van locaal anaesthetica
zelfs genezend werkt als je tenminste de dosis in de gaten houdt.
Na drie jaar onderzoek publiceerden de gebroeders Huneke hun
ervaring in een in 1928 verschenen artikel in het gezaghebbende
Duitse Artsen Vakblad "die medizinische Welt": "Unbekannnte
Fernwirkungen der Lokalanaesthesie". Zo ontstond de 'Neuraaltherapie'
of althans het eerste deel van een regulatie-geneeskunde, die
segment-therapie met procaineinjecties van met organen corresponderende
huidzones omvat: kwaddelen en inspuitingen van, zgn. ganglia,
die bepaalde orgaangebieden neuraal verzorgen. Verder diepere
inspuiting in zieke lichaamsgebieden, alsook van belangrijke
zenuwcentra van het vegetatief stelsel. Maar daarover straks
meer. Dat procaine zijn geneeskrachtige werking niet via de bloedbaan
ontplooit, bewijst het feit dat de pijnen in de regel even snel
verdwijnen wanneer het middel niet in, maar naast de ader ingespoten.
De snelheid waarmee het genezingsproces inzet - zelfs nog vóór
de stof volledig in het weefsel is dóórgedrongen
- doet denken aan een reactie van elektrische aard. Als geleiders
kan men zich de zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel van
het menselijke lichaam indenken, als een net van dunne elektrische
leidingen, met de onvoorstelbare totaal lengte van twaalf maal
de omtrek van de aarde. Neuraaltherapie heeft dus niet met verdoving
te maken, en al kan de locaalanaesthetische bijwerking welkom
zijn, de procaine, welke de Neuraaltherapeuten in kleine doses
(1/2 % - 1%) gebruiken, wordt niet aangewend om zijn anaesthetische
werking, zoals bijvoorbeeld in de tandheelkunde, noch om zijn
anti-Mao-effekt, noch om zijn invloed op de Vrije Radicalen en
zijn verjongende eigenschappen zoals in de Aslan-therapie, maar
vooral omwille van zijn hoge elektrisch potentiaal van 290 millivolt,
een spanning die met de injectie in het organisme wordt gebracht,
en waarvan vervolgens een genezende (veld-) werking uitgaat.
(Lamers,1985) Kwetsuren bijvoorbeeld genezen na zulke therapie
veel sneller dan anders. Dat ziet men bijzonder goed bij sportongevallen.
Er is dus sprake van een genezende werking! De resultaten, die
bereikt worden, zijn vaak indrukwekkend en grenzen voor de patiënt
en voor de arts soms aan het wonderbaarlijke. Ook al komt er
geen hocus-pocus aan te pas. Een typisch geval was een genezing
van wijlen president Kennedy. Tijdens de oorlog in de Pacific
had hij een zware ruggengraatskwetsuur opgelopen, die hem verplichtte
met krukken te lopen. Hij moest meestal in een schommelstoel
zitten om verlichting van de pijn te hebben en hij werd verschillende
keren geopereerd, maar zijn toestand bleef verslechteren. Hij
ging bestendig gebukt onder pijn en had reeds alle hoop op beterschap
opgegeven, totdat een dokteres hem neuraaltherapeutisch behandelde.
In een van zijn biografieën lezen wij daarover: Pas na een
reeks injecties met procaine verdween uiteindelijk de pijn, waar
hij toen al twaalf jaar onder gebukt ging. In het voorjaar van
1956 had hij geen krukken meer nodig om te gaan en hij heeft
ze daarna nooit meer moeten gebruiken. |