Voordat we nu verder gaan met het
verhaal over de geschiedenis en de praktijk van de neuraaltherapie
ga ik u nu eerst over het belangrijke onderwerp het B.B.R.S.
vertellen.
De ontdekking en de beschrijving van het B.B.R.S. is nl. onverbrekelijk
verbonden met de neuraaltherapeutische regulatiegeneeskunde.
Ja zelfs moderne regulatiegeneeskundige inzichten zijn alleen
te verstaan als we kennis krijgen van dit B.B.R.S.. Regulatie
is het sleutelwoord in de geneeskunde van heden. De regulatiegeneeskunde
en alle andere vormen van alternatieve geneeskunde zullen in
de toekomst hun werkingsmechanismen van regulatie ook in het
licht van dit "B.B.R.S.-denkmodel" gaan uitdrukken.
Dat is tenminste mijn persoonlijke mening vandaag de dag. Het B.B.R.S. en
neuraaltherapie vormen binnen de opleiding van de N.V.N.R. (Nederlandse
Vereniging van Artsen voor Neuraaltherapie- Regulatietherapie)
al enkele decennia een eenheid in theorie en praktijk. Vandaar
dat ik in mijn inleiding over neuraaltherapie al reeds stelde,
dat de neuraaltherapie wetenschappelijk en klinisch een waardevolle
rol kan vervullen in de synthese van reguliere en alternatieve
geneeskunde. En dat dus vooral hier in Nederland. In 1983 hebben
de A.A.G. (Artsenvereniging Alternatieve Geneeswijzen), de koepelorganisatie
van de 6 alternatieve specialismen in Nederland) en het universitaire
transferpunt voor alternatieve en reguliere geneeskunde in Utrecht
dit B.B.R.S. officieel bekend gemaakt. (Van Wijk, Lamers, c.s.).
Tegenwoordig weet men dat ziekte- en genezingsprocessen steeds
ook via de zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel lopen en
dat procaine, op de juiste plaats toegepast, in staat is storingen
op te heffen wel en niet(!) op de plaats waar de ziekte zich
voordoet. Tegelijk met het herstel van de normale elektrische
verhoudingen in zenuwen en weefsel wordt de functiestoornis dan
a.h.w. opgeheven. Tenminste voor zover het anatomisch nog mogelijk
is, kan er dan weer sprake zijn van een gezonde toestand. Ziekte
betekent immers stoornis van iets wat leeft, en leven is energie-gebonden.
Nooit is alleen maar een orgaan ziek, maar altijd de mens als
geheel.
Het is de niet gemakkelijke
taak van de arts hier regelend op in te grijpen. Bovendien is
juist in de geneeskunde alleen het resultaat van vitaal belang.
Zoals Hippocrates reeds zei: "De geneesheer heeft maar één
opgave: genezen. Als hij daar in slaagt, is het eender op welke
wijze hij dit doet". Het minst wat men kan zeggen is, dat
de gebroeders Huneke met hun Neuraaltherapie aantoonden hoe zo
een behandeling gericht kan zijn op de totale genezing van de
mens.
In het begin was het een louter empirische zaak. De wetenschappelijke
onderschraging en erkenning volgden pas later, vnl. in de jaren
zestig, en vooral dankzij een groep Weense universitaire wetenschappers
rond Prof. Dr. Alfred Pischinger, waaronder de professoren Fleishacker,
Hopfer, Kellner, Bergsmann en Perger. Zij slaagden er in aan
te tonen, dat de tot dan toe omstreden fenomenen van de Neuraaltherapie
zeer goed objectiveerbaar zijn. Men kan ziekte immers beschouwen
als een stoornis aan de basis van het vegetatieve zenuwstelsel
of, zoals Pischinger zegt, als een stoornis in het milieu rond
de cellen en organen, waarin de allerfijnste uitlopers van het
vegetatieve zenuwstelsel en de bloedvaten eindigen, met name
in het "basis-bio-regulatiessysteem", het zogenaamde
"Transit-Mesemchym" (spijtig genoeg wordt het woord
- Transit - meestal achterwege gelaten). Organen en orgaancellen
staan nl. niet in rechtstreekse verbinding met de bloedbaan,
zelfs niet met de kleinste bloedvaatjes, noch met de kleinste
zenuwen die de bevelen doorgeven: die uitwisseling geschiedt
via het vaak naar Pischinger genoemde "grondsysteem"
van zacht bindweefsel en extracellulaire vloeistof, dat zowat
60% van het menselijke weefsel omvat en waar, onder uiteindelijke
contrôle van het totale zenuwstelsel, de belangrijkste
basale levensverrichtingen worden geregeld, zoals daar zijn stofwisseling,
doorbloeding, temperatuur, ademhaling, energiehuishouding en
zuurbasen evenwicht. Ontstaat ergens in het organisme een storing,
dan worden in dit grondsysteem c.q. in dit basis-bio-regulatie-systeem
(B.B.R.S. - Van Wijk, Lamers c.s. 1983) de eerste tegenmaatregelen
getroffen. Hier belanden de eerste ziekteprikkels. Hier ook worden
zij afgebouwd of geneutraliseerd. Althans als dit "orgaan"
behoorlijk functioneert.
De Weense groep toonde aan, dat ontstekingen, verwondingen, bakteriehaarden,
vreemde voorwerpen en littekens langdurige storingen in dit grondsysteem
kunnen veroorzaken, die niet alleen klachten ter plaatse kunnen
verwekken, maar ook invloed kunnen hebben, op een nabijgelegen
orgaan en/of op de gehele mens en hem daardoor vatbaarder kunnen
maken voor ziekteprikkels, van welke aard dan ook. Het ligt voor
de hand, dat nog meer schadelijke invloeden dan niet langer kunnen
worden ondervangen.
Er zullen dus vooral ziekten ontstaan bij diegenen, wier gestel
verzwakt is, of die reeds aan organen of orgaansystemen ziek
zijn. Bij bepaalde onderzoeken bij deze personen met verzwakt
gestel kon men duidelijke verschillen tussen de beide lichaamshelften
constateren betreffende het aantal witte bloedlichaampjes, de
temperatuur, de zuurstof- en energiestofwisseling, afwijkingen
in de huidweerstand en de bio-elektrische potentiaal. Deze verschillen
bleken het gevolg te zijn van storingen en/of stoorvelden in
de betrokken lichaamshelft en deze konden dan door middel van
procaine-injecties volgens de Neuraaltherapie van Huneke worden
opgeheven. Deze resultaten bewijzen, dat een op de juiste manier
toegepaste procaine-therapie zoals de gebroeders Huneke ze propageerden,
in staat is om de grondoorzaak van veel ziektes aan te pakken
en ze ook grondig te genezen. En tevens, dat wetenschap en kliniek
met behulp van diagnostische meetmethodes, die in de algemene
en experimentele praktijk gangbaar zijn, ziekten, welke verband
houden met neuraaltherapeutische en andere regulatiestoornissen,
vast kunnen stellen. Ook het genezingsproces is zo te objectiveren
en te controleren. Op deze plaats lijkt het me zinvol om ook
aan u duidelijk te maken, dat vele ziekteprocessen en met name
vele chronische therapeutisch resistente ziekteprocessen juist
absoluut uniek en individueel zijn, omdat de mensen, die hieraan
lijden een hele eigen levensweg en ziekteweg doorlopen. Je moet
deze patienten dan ook heel individueel onderzoeken en behandelen.
Een bewijsvoering met dubbel - blind en statistische methodieken
kan bij zo'n individueel ziekteproces nooit uitspraak doen of
neuraaltherapie in de praktijk kan helpen of niet. We zitten
in het tijdperk dat de geneeskunde geen vooruitgang meer kan
boeken als het ziektemodel niet met verdere wetenschappelijke
onderbouwing uitgebreid en verdiept gaat worden. De neuraaltherapie
maar ook de alternatieve geneeskunde in het algemeen laten zelf
ook duidelijk zien, dat dit thans de voornaamste stap is, die
gedaan moet worden. En deze nieuwe wetenschappelijke denkmodellen
zijn in de regel meestal eveneens door de geneeskundigen die
zgn. alternatieve therapieën toepassen opgesteld en binnen
de wetenschappelijke wereld zeer waardevol genoemd. Zelf wijs
ik als eerste op het biofysisch-bioenergetisch regulatiemodel
ter verklaring van de neuraaltherapie- regulatietherapie (LAMERS,
Göring 1985, 1992). Alléén het biomoleculaire
concept, zoals heden in de reguliere medische wetenschap nog
gangbaar, is te beperkt. Biophysiek zal in de nieuwe geneeskundige
praktijk en theorie óók een belangrijke rol opeisen.
Lichaam, ziel en geest kunnen wel onderscheiden worden doch in
de geneeskundige praktijk vormen deze een éénheid.
En in het nieuwe geneeskundige Ganzheitsmodel wordt zowel deze
onderscheiding in drie delen alsook de niet te scheiden éénheid
van de mens zeer inzichtelijk en toepasbaar uitgedrukt. Er zijn
vele psychosomatisch zieke mensen, welke heden hun hulp binnen
de medische psychologie of de psychiatrie tevergeefs hopen te
vinden. Zij zullen uiteindelijk bevestigd worden in hun eigen
overtuiging, dat hun ziekte primair lichamelijk moet worden aangepakt.
Méér dan drie decennia heb ik een volle artsenpraktijk
iedere dag opnieuw met zieke mensen, die op géén
enkele manier baat konden vinden binnen de reguliere geneeskunde.
En velen uit deze groep chronisch zieke patienten kan ik met
neuraaltherapie wel helpen en zelfs blijvend genezen. En met
name deze groep zieke mensen, die de laatste jaren veel en veel
groter wordt dan voorheen, dwingt ons als ervaren artsen in de
neuraaltherapie om diepgaande informatie te geven over de neuraaltherapie
en de nieuwe ontwikkelingen binnen de neuraaltherapeutische toepassingen. |